WAAROM ZOUDEN WE?

Het moet anders, beter voor mens en milieu, en liefst zo snel mogelijk. Dat is een duidelijk doel dat door veel organisaties wordt onderschreven. Echter, het verduurzamen van een organisatie (in welke vorm dan ook) kent vele voordelen. Zo levert investeren in duurzaamheid bijvoorbeeld interessante businessmodellen op. Je speelt in op de vraag van een steeds groeiend aantal LOHAS (Lifestyle Of Health And Sustainability) consumenten, verlaag je de grondstofkosten, voorkom je boetes, vergroot je het stakeholdercommitment, kun je rekenen op meer goodwill, wordt je futureproof, enz enz. Al deze voordelen zou men één voor één tot doel kunnen verheven. Dat gebeurt dan ook in de meest wonderlijke variaties. Echter, hoe weet je wat iemands intenties zijn? En maakt dat eigenlijk iets uit?

Stadia van duurzame ontwikkeling
In onderstaande tabel staat de waardecreatie, in 6 verschillende duurzame ontwikkelingsfasen bij organisaties. Zoals de tabel weergeeft is er in de eerste 4 stadia nog geen sprake van waardecreatie. Pas vanaf het 5e stadium levert het waarde op. Grappig is dat de organisaties die duurzaamheid op zich als corebusiness hebben, (meestal vanuit intrinsieke motivatie) de meeste waarde creëren. Terwijl wanneer organisaties duurzaamheid enkel inzetten ten behoeve van imagoverbetering, het alleen maar geld kost.

⦁ Cowboys; Ontkenner, dzh is niet belangrijk, niet zinvol, dit is de vervuiler. Deze bedrijven houden zich niet aan de regels. Corruptie, schending mensenrechten etc. Vaak branchecultuur.
⦁ Wettelijke plicht; Compliance, houden aan de regels, wettelijke plicht. Men noemt dit vaak MVO. Het naleven van bijvoorbeeld vakantiedagen of arbo regelgeving wordt onder dzh geschaard. Kenmerkend doel, Nen gecertificeerd. (Dit is de grootste groep)
⦁ Sociale betrokkenheid; MVO/ CSR sociale betrokkenheid, gebaseerd op filantropie. Sponsering, steunen van bijvoorbeeld sociale maatschappelijke initiatieven.
⦁ Diverse losstaande initiatieven; Businesscasebenadering. Bijvoorbeeld één verantwoorde lijn binnen niet verantwoorden productgroep. Doen veel goed, maar grote kans op missers. (niet geïntegreerd)
⦁ In strategie geïntegreerd; Shared Value, win win. Vanuit de bestaande situatie is dit de beste optie. Mbv strategie waarde creëren.
⦁ Koploper; Heeft impact, leveren een duurzaam product. Wat zou er gebeuren als zij er niet waren. Bijna alleen mogelijk bij nieuwe bedrijven.

Maar wat doet het ertoe waarom een organisatie investeert in duurzaamheid? Dat hangt van de vraag af. Zoek je een duurzaam product? Zoek je een duurzame stakeholder? Of wil je alleen een groene stempel? In dat laatste geval maakt het namelijk helemaal niets uit. Een organisatie die niets met duurzaamheid heeft kan best een duurzaam product verkopen. Wanneer lokaal geproduceerd, verantwoorde grondstoffen ect. Alleen de kans is groot dat er in dit stadium van duurzame ontwikkeling bijvoorbeeld gefinancierd is vanuit een niet- duurzaam fonds of de sociale impact op hun eigen medewerkers niet al te best is. Wil je dus een zo goed mogelijke impact, zoek je organisaties die duurzaamheid in hebben geïntegreerd in hun strategie. Die vindt je door naar het verhaal te luisteren en kritische vragen te stellen. Wanneer zij het in hun duurzaamheidsbeleid alleen over keurmerken hebben is het goed om eens wat dieper in het jaarverslag te duiken of vragen te stellen over bijvoorbeeld stakeholdermanagent of het HR beleid.

Wereldwijde problemen zijn niet meer ad hoc op te lossen. Het systeem is verstoord en het herstellen van dit systeem benodigd een globale aanpak. Vanuit dit holistisch perspectief voelen internationale organisaties de urgentie en de paniek. Toch laten de echte grote klimaatklappers nog op zich wachten. Gebaseerd op oude economie, verdienen veel multinationals hun geld met het verslepen van goederen over de hele wereld. Hetgeen vanuit een holistische visie gewoon niet klopt. Om op zo’n grote schaal aan je kernprocessen te sleutelen, is moed nodig. Politiek gezien ligt dat niet anders. Niet ieder land heeft evenveel last van bijvoorbeeld klimaatverandering en armoede. Vanuit ieders perspectief en belangen is het moeilijk tot een gezamenlijk plan te komen. En als dat er eenmaal is, dat te handhaven. Het Parijs akkoord beoogd een maximale opwarming van de aarde van 20C. De doelen die men stelde zijn op landelijk niveau en beleid door te vertalen. Dat is misschien niet de snelste weg maar wel zo effectief. Hier komen we uit bij de groep organisaties die zich aan de wettelijke plicht houden. Zoals in de figuur hierboven weergegeven, dit is de grootste groep.

Maar wat kan deze groep doen als de 6e groep (koplopers) niet hebben laten zien dat ‘t technisch mogelijk is? En als de 5e groep (in strategie geïntegreerd) niet heeft bewezen dat er een verdienmodel haalbaar is? En als de 4e groep (losstaande initiatieven) niet had gevoeld dat er vraag is naar zijn duurzaam product en daarom besluit zijn strategie daarop te veranderen? En de 3e groep (sociale betrokkenheid) geen voldoening kreeg uit “het mogelijk maken van sport voor arme kinderen”. En de 2e groep (compliance) niet gek was geworden van al die moeilijke vragen die zij van consumenten en overheid kregen. En wat als de 1e groep (cowboys) niet hadden laten zien dat onverantwoord gedrag wordt bestraft?

Wereldwijd staan we er niet zo goed voor. Dat weet u dat weet ik. Hoe het wel moet, en hoeveel tijd we daar nog voor hebben, weet niemand. Toch voelt iedereen aan dat alle zeilen bij moeten. Laten we dan proberen zoveel mogelijk organisaties vanuit hun eigen perspectief te stimuleren om zoveel mogelijk waarde te creëren. In dat voetlicht is iedere stapje er één en dus maakt het misschien wel niet uit waarom een organisatie in duurzaamheid wil investeren, als hij het maar doet.

Voor de organisatie zelf maakt het overigens wel uit. De motivatie zegt namelijk iets over het te verwachten succes en ja ook over de opbrengst van de verandering. Intrinsiek gemotiveerde mensen zoeken door wanneer een oplossing niet haalbaar blijkt. Dan blijkt veel meer mogelijk dan wanneer men de gebaande paden blijft lopen en duurzaamheid als laatste check op de lijst behandeld.